Home
Vogelhobby

De van Haaff mutant, of te wel de Eumo

In 1981 verschijnen de eerste twee mutanten in de broedkooien van dhr. H. van Haaff uit Radewijk in Nederland. Ze lagen in het derde nest van een agaat met geel intensief man x isabel met geel schimmel pop. De man was in 1980 geboren uit dezelfde pop, dus zoon x moeder. Deze mutanten leken op het eerste gezicht op isabellen. Toen ze in de veren kwamen bleek toch dat het wat anders was. Er ontwikkelde zich donker pigment maar toch duidelijk geen “ normaal agaat “. De ogen waren duidelijk waarneembaar rood. Na de rui en verdere ontwikkeling van de jonge vogels bleek dat er zowel een man als een pop was waar iets bijzonders mee aan de hand was. Daar tijdens een bijeenkomst van keurmeesters geen duidelijke oplossing van dit verschijnsel werd gevonden, werd geadviseerd maar verder te gaan met deze mutanten. Dat viel tegen. De jonge pop was nauwelijks broedrijp te krijgen terwijl ook de jonge man slecht vruchtbaar was. Het ouderkoppel gaf wel weer een mutant.
Omdat de eerste mutanten uit hetzelfde nest een man en pop waren, kon worden aangenomen dat de mutant een onafhankelijke verervingsvorm had. Dit hield in dat de overige jongen, geboren uit de eerste paring dus “ split “ konden zijn. Het is in het begin een moeilijke weg geweest om tot en redelijk aantal mutanten te komen. Diverse paringen moesten worden uitgeprobeerd, vooral met split-vogels. Mede dank zij de belangstelling en medewerking van een aantal collega keurmeesters kon een voldoende aantal exemplaren worden gekweekt. De mutant kreeg de voorlopige naam van haar ontdekker: de van Haaff mutant.


De mutant werd in eerste instantie vooral gekweekt in vogels uit de zwart- en agaatserie. Daar het niet gebruikelijk is aan een mutant de naam van de ontdekker te geven, werd gezocht naar een naamgeving die past binnen de werking van de mutant. Keurmeester G.W.Janssen uit Belfeld, zelf intensief werkend aan de ontwikkeling van de mutant in de verschillende pigmentgroepen, gaf de mutant de naam EUMO.
In het begin van de ontwikkeling van een mutant worden vaak allerlei theoretische beschouwingen losgelaten op de uiterlijke kenmerken. Door gebrek aan eigen praktijkervaring en het vaak nog geringe aantal vogels worden uitspraken gedaan die later door anderen moeten worden weerlegd. Men is lange tijd van mening geweest dat de mutant in de bruin- en isabelserie geen haalbare kaart zou zijn. De praktijk wijst anders uit en zo worden vanaf 1995 eumokanaries gebracht in alle vier pigmentgroepen.


De werking van de verantwoordelijke erfelijke eigenschap, de eumofactor, is meervoudig. In hoofdzaak ontstaat er een zeer sterke reductie van het bruinphaeomelanine. In de tweede plaats wordt het eumelanine ook licht gereduceerd. Door deze reductie van het eumelanine worden de hoorndelen licht van kleur terwijl het pigment in de ogen zal variëren van donkerrood tot lichtrood, afhankelijk van de kwaliteit en vooral kwantiteit van de eumelanine in de vogel.
H.K. van der Wal, Leeuwarden



Hans van Haaff was destijds hartstochtelijk kanarieliefhebber, lid van onze vereniging en woont nog steeds in onze omgeving. Hij was tevens keurmeester van de NBvV.
De afbeeldingen om deze mutant te illustreren komen uit een Onze Vogels van 2005.